Uw geld in 2021.
Wat verandert er?

2020 was een jaar van spaarrecords voor sommigen en financiële uitdagingen voor anderen.

Brengt 2021 meer van hetzelfde?
Dat is voorlopig koffiedik kijken. Wat we wel weten is dat een aantal geldzaken sinds 1 januari veranderd zijn. Hier een selectie van de maatregelen. Loop er even door, dan bent u snel weer mee.

1. Bijverdienen? 10% belasting

   Onbelast bijverdienen voor particulieren of in het verenigingsleven was tot eind vorig jaar nog mogelijk. Denk aan grasmaaien, bijles of voetbaltraining geven.
   
   Dat kan niet meer in 2021. Nu dienen de (sport)verenigingen een solidariteitsbijdrage te betalen van 10%. En ook de particuliere bijverdiener moet zelf een belasting van 10% betalen. Het totale bedrag dat u mag bijverdienen is nog niet bekend, vermoedelijk zal het zo’n 5.500 euro zijn.
   
   Gaat het om bijverdiensten via een erkend online deelplatform, zoals Helpper, Uber Eats of Deliveroo, dan geldt het oude belastingregime voor de deeleconomie.
    

2. Minimumpensioen stijgt met 2,65%

   Het minimumpensioen voor werknemers en zelfstandigen neemt toe met 2,65%. Alleenstaanden met een minimumpensioen ontvangen vanaf nu 1.325,92 euro. Het minimumpensioen voor een gezin bedraagt voortaan 1.656,88 euro. Bij onvolledige loopbanen ontvangt men een proportioneel bedrag.
    

3. Pensioensparen: plafonds niet geïndexeerd

   Er is in 2021 geen indexatie van de fiscale plafonds voor het pensioen- en langetermijnsparen.
   
   Wat pensioensparen betreft mag u hetzelfde bedrag opzijzetten als in 2020: nl. 990 euro waarop u 30% belastingvermindering geniet.
   
   Meer sparen, nl. 1.270 euro is goed voor 25% belastingvermindering. Spaart u op lange termijn, dan is het plafond van 2019 van toepassing, nl. 2.350 euro.
    

4. Geen erf- of schenkbelasting voor goed doel

   Wanneer een goed doel een schenking of erfenis ontvangt in Vlaanderen, wordt hier vanaf 1 juli 2021 niet langer erf- of schenkbelasting van afgehouden.
    

5. Vrijstelling roerende voorheffing op dividenden niet geïndexeerd

   Het fiscaal vrijgestelde dividendbedrag wordt ook dit jaar niet geïndexeerd en blijft dus behouden op 800 euro. In 2022 kunt u dit bedrag recupereren via uw belastingaangifte.
    

6. Vrijstelling roerende voorheffing op gereglementeerde spaarrekeningen niet geïndexeerd

   De eerste schijf aan intresten waarop geen roerende voorheffing moet worden betaald, bedraagt 980 euro. Ontvangt u meer dan 980 euro intrest op een jaar, dan zult u daarop 15% roerende voorheffing betalen.
   
   Het bedrag van 980 euro (1.960 euro voor gezamenlijke spaarrekeningen) blijft ook de volgende jaren van toepassing. Pas vanaf het inkomstenjaar 2024 wordt de vrijstelling opnieuw aangepast aan de stijging van de levensduurte.